fier
Betekenis fier
Met een gevoel van trots en zelfverzekerdheid; trots.
Woordsoort
bijvoeglijk naamwoord
Voorbeeldzin met fier
Ze stapte fier het podium op om haar prijs op te halen.
Uitspraak (fonetisch)
/fir/ (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: fier (geen afbreking mogelijk)
Synoniemen
- trots
- hoogmoedig
- zelfbewust
Woorden die beginnen of eindigen met "fier"
- fiersteen
- fierheid
- fierlijk
Etymologie
Het woord 'fier' komt van het Latijnse 'ferus', wat 'woest' of 'wild' betekent, en kwam via het Middelnederlandse 'fiere' in het Nederlands terecht.
Veelgestelde vragen
- Hoe gebruik je 'fier' in een zin?
Je kunt 'fier' gebruiken om aan te geven dat iemand trots is, bijvoorbeeld: 'Hij liep fier door de straten na het winnen van de wedstrijd.' - Is 'fier' een oude vorm van het woord 'trots'?
Ja, 'fier' is een meer traditionele of poëtische manier om het gevoel van trots uit te drukken. - Komt 'fier' vaak voor in hedendaags Nederlands?
Het woord 'fier' komt minder vaak voor in alledaagse gesprekken en wordt meer gebruikt in een poëtische of formele context. - Is 'fier' hetzelfde als 'fiere'?
Het woord 'fiere' is de verbogen vorm van 'fier', gebruikt in bijvoorbeeld 'de fiere dame'. - Kan 'fier' ook negatief worden gebruikt?
Hoewel 'fier' meestal positief is, kan het ook negatief worden gebruikt om arrogantie of zelfverheerlijking aan te duiden, afhankelijk van de context.