vaccineren
Betekenis vaccineren
Het toedienen van een vaccin om een persoon of dier immuun te maken tegen een bepaalde ziekte.
Woordsoort
werkwoord
Voorbeeldzin met vaccineren
De dokter besloot om de patiënt te vaccineren tegen griep.
Uitspraak (fonetisch)
vɑk.siˈneː.rə(n) (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: vac-ci-ne-ren
Synoniemen
- inenten
- immuniseren
Woorden die beginnen of eindigen met "vaccineren"
- vaccin
- gevaccineerd
- vaccinatie
Etymologie
Afgeleid van het Latijnse 'vaccīnātus', dat verband houdt met 'vacca', wat koe betekent. Het woord verwijst naar het gebruik van het koepokkenvirus in vroege vaccins.
Veelgestelde vragen
- Waarom is vaccineren belangrijk?
Vaccineren helpt om ziektes te voorkomen door het versterken van het immuunsysteem. - Op welke leeftijd moet je vaccineren?
Vaccinatieschema's verschillen, maar veel vaccins beginnen in de kindertijd en gaan door tot de volwassenheid. - Welke ziekten kunnen worden voorkomen door vaccineren?
Vaccineren kan ziekten zoals polio, mazelen, en griep voorkomen. - Zijn vaccinaties veilig?
Ja, vaccinaties zijn over het algemeen veilig en worden rigoureus getest voor goedkeuring. - Kunnen volwassenen ook gevaccineerd worden?
Ja, volwassenen kunnen ook gevaccineerd worden, vaak voor vaccins die in de kindertijd zijn gemist of voor nieuwe vaccins.