bank
Betekenis bank
Een meubelstuk om op te zitten voor meerdere personen of een financiële instelling waar mensen geld kunnen storten of lenen.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met bank
Ze zaten samen op de bank te praten over hun vakantieplannen.
Uitspraak (fonetisch)
bɑŋk (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: bank (geen afbreking mogelijk)
Synoniemen
- zitmeubel
- sofa
- financiële instelling
Woorden die beginnen of eindigen met "bank"
- bankstel
- bankier
- spaarbank
Etymologie
Afkomstig van het Middelnederlandse 'banck', en het Oudnederlandse 'bank', verwant met het Germaanse 'bankiz'.
Veelgestelde vragen
- Wat is de oorsprong van het woord 'bank'?
Het woord 'bank' komt van het Middelnederlandse 'banck', dat oorspronkelijk zowel een zitmeubel als een financiële instelling kon betekenen. - Hoe gebruik je 'bank' in een zin?
Je kunt het woord 'bank' gebruiken om te verwijzen naar zowel een zitmeubel als een financiële instelling, bijvoorbeeld: 'Ik heb geld op de bank gestort.' - Welke soorten banken zijn er?
Er zijn zitbanken voor in huis en banken als financiële instellingen die activiteiten zoals het bewaren van geld en het verstrekken van leningen aanbieden. - Wat is een synoniem voor 'bank' als zitmeubel?
Een synoniem voor 'bank' als zitmeubel is 'sofa'. - Wat is het verschil tussen een bank en een spaarbank?
Een bank biedt een breed scala aan financiële diensten, terwijl een spaarbank specifiek gericht is op het stimuleren van sparen onder klanten.