bisschop

Betekenis bisschop

Een hoge geestelijke in de christelijke kerk die de leiding heeft over een bisdom.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met bisschop

De bisschop leidde de ceremonie in de kathedraal met veel zorg.

Uitspraak (fonetisch)

ˈbɪs.xɔp (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: bis-schop

Synoniemen

  • prelaat
  • geestelijke
  • kerkleider

Woorden die beginnen of eindigen met "bisschop"

  • bisschoppelijk
  • bisschopshoed
  • bisschopsstaf

Etymologie

Komt van het Oudnederlandse 'biscop', uiteindelijk uit het Grieks 'episkopos' wat 'opziener' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is de rol van een bisschop?
    Een bisschop is verantwoordelijk voor de leiding van een bisdom en het spirituele welzijn van zijn gemeenschap.
  • Hoe word je bisschop?
    Men wordt bisschop na benoeming door de paus, vaak na jarenlange dienst in lagere kerkelijke functies.
  • Wat is het verschil tussen een bisschop en een priester?
    Een bisschop heeft een hogere rang dan een priester en heeft meer verantwoordelijkheden, zoals toezicht op meerdere kerken.
  • Draagt een bisschop speciale kleding?
    Ja, een bisschop draagt vaak een mijter en een mantel, vooral tijdens officiële kerkdiensten.
  • Kan een vrouw bisschop worden?
    In sommige christelijke denominaties kunnen vrouwen bisschop worden, terwijl het in andere niet is toegestaan.