duchten

Betekenis duchten

Bang zijn of vrezen voor iets.

Woordsoort

werkwoord

Voorbeeldzin met duchten

Hij duchtte de gevolgen van zijn daden.

Uitspraak (fonetisch)

ˈdʏχtən (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: duch-ten

Synoniemen

  • vrezen
  • bang zijn
  • angst hebben

Woorden die beginnen of eindigen met "duchten"

  • duchtigheid
  • geduchten
  • onduchten

Etymologie

Oudnederlands 'dūhton', verwant met het Duitse 'fürchten'.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent 'duchten' in modern taalgebruik?
    'Duchten' is een verouderd werkwoord dat 'vrezen' of 'bang zijn' betekent.
  • Wordt 'duchten' vaak gebruikt in hedendaags Nederlands?
    Nee, 'duchten' is tegenwoordig niet meer gebruikelijk in het Nederlands.
  • Wat is de verleden tijd van 'duchten'?
    De verleden tijd is 'duchtte'.
  • Zijn er moderne synoniemen voor 'duchten'?
    Ja, woorden als 'vrezen' en 'angst hebben' worden nu vaker gebruikt.
  • Is 'duchten' een algemeen bekend woord?
    Nee, 'duchten' is een archaïsch en minder bekend woord in hedendaags taalgebruik.