rijstrook

Betekenis rijstrook

Een deel van de rijbaan dat bestemd is voor het verkeer in één richting.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met rijstrook

De auto bleef keurig op de rechter rijstrook tijdens het inhalen.

Uitspraak (fonetisch)

ˈrɛi̯ˌstroːk (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: rij‧strook

Synoniemen

  • vak
  • rijvak
  • baan

Woorden die beginnen of eindigen met "rijstrook"

  • rijstrookbreedte
  • rijstrookmarkering
  • vluchtstrook

Etymologie

Samengesteld uit 'rijden' en 'strook', vermoedelijk ontstaan in de 20e eeuw met de opkomst van gemotoriseerd wegverkeer.

Veelgestelde vragen

  • Hoeveel rijstroken heeft een snelweg?
    Dit varieert, maar de meeste snelwegen hebben minstens twee rijstroken per richting.
  • Wat is het verschil tussen een rijstrook en een rijbaan?
    Een rijbaan bestaat uit meerdere rijstroken, die zijn bestemd voor het verkeer in dezelfde richting.
  • Mag je van rijstrook wisselen zonder richting aan te geven?
    Nee, je moet altijd richting aangeven bij het wisselen van rijstrook.
  • Zijn fietspaden ook rijstroken?
    Nee, fietspaden zijn aparte wegen voor fietsers en worden niet beschouwd als rijstroken.
  • Welke rijstrook moet je gebruiken als je niet inhaalt?
    In Nederland moet je zoveel mogelijk rechts houden, dus de rechter rijstrook nemen als je niet inhaalt.