krotenkoker

Betekenis krotenkoker

Een persoon die vaak of bij voorkeur koken met bieten ('kroten') bezig is.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met krotenkoker

Jan werd altijd de krotenkoker genoemd omdat hij bijna dagelijks bieten voor zijn familie kookte.

Uitspraak (fonetisch)

ˈkroː.tə(n).ˌkoː.kər (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: kro-ten-ko-ker

Synoniemen

  • bietenkoker
  • bietenchef
  • bietenkok

Woorden die beginnen of eindigen met "krotenkoker"

  • kroten
  • kokend
  • koker

Etymologie

Afgeleid van 'kroot', een ander woord voor biet, en 'koken', wat bereiden van voedsel betekent.

Veelgestelde vragen

  • Is 'krotenkoker' een veelvoorkomend woord?
    Nee, 'krotenkoker' is een vrij zeldzaam en informeel woord.
  • Waar komt het woord 'kroot' vandaan?
    Het woord 'kroot' komt vanuit het Oudfranse 'crote', wat biet betekent.
  • Is 'krotenkoker' een officieel erkend beroep?
    Nee, 'krotenkoker' is meer een informele benaming dan een officieel beroep.
  • Kan 'krotenkoker' ook figuurlijk worden gebruikt?
    Ja, het kan bij wijze van grap worden gebruikt voor iemand die vaak hetzelfde soort werk doet.
  • Zijn er varianten van het woord 'krotenkoker'?
    Een vergelijkbare variant zou 'bietenkoker' kunnen zijn, hoewel deze ook niet officieel erkend is.