lessor
Betekenis lessor
Een persoon of entiteit die eigendommen of goederen verhuurt aan een andere partij, de lessee.
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Voorbeeldzin met lessor
De lessor stemde in met een verlenging van het huurcontract voor nog een jaar.
Uitspraak (fonetisch)
/ˈlɛsɔr/ (Wat is het fonetisch alfabet?)
Afbreekpatroon: les-sor
Synoniemen
- verhuurder
- verpachter
Woorden die beginnen of eindigen met "lessor"
- lessorovereenkomst
- lessorborg
Etymologie
Afkomstig van het Oudfranse woord 'lessor', dat ‘verhuurder’ betekent, gerelateerd aan het Franse werkwoord 'lesser', wat 'huren' betekent.
Veelgestelde vragen
- Wat is het verschil tussen een lessor en een lessee?
Een lessor is de verhuurder van het eigendom of goed, terwijl een lessee de huurder of gebruiker is van dat eigendom of goed. - Kan een lessor een persoon zijn?
Ja, een lessor kan zowel een individuele persoon als een bedrijf of andere juridische entiteit zijn. - Wat is de rol van een lessor in een huurcontract?
De rol van een lessor in een huurcontract is om het eigendom of goed te verstrekken aan de lessee in ruil voor een overeengekomen huurprijs. - Welke verplichtingen heeft een lessor?
Een lessor heeft de verplichting om het eigendom of goed in een bruikbare staat te houden en te voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het huurcontract. - Is een lessor verantwoordelijk voor onderhoud?
De verantwoordelijkheden voor onderhoud kunnen verschillen en zijn vaak vastgelegd in het huurcontract. In veel gevallen draagt de lessor zorg voor het groot onderhoud en de lessee voor klein onderhoud.