schat

Betekenis schat

Een hoeveelheid waardevolle voorwerpen, vaak verborgen of begraven; kan ook een term van genegenheid betekenen.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met schat

De piraten zochten jarenlang naar de verloren schat.

Uitspraak (fonetisch)

ʃɑt (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: schat (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • rijkdom
  • liefje
  • vermogensvoorraad

Woorden die beginnen of eindigen met "schat"

  • schatkist
  • schatkamer
  • schatzoeken

Etymologie

Oude Nederlandse en Germaanse wortels, verwant aan het Oudhoogduitse 'scaz' en het Oudengelse 'sceatt'.

Veelgestelde vragen

  • Wat betekent 'schat' als term van genegenheid?
    In informele context betekent 'schat' een geliefde persoon of iemand voor wie men genegenheid voelt.
  • Is 'schat' altijd materieel?
    Nee, 'schat' kan zowel materieel als immaterieel van betekenis zijn, afhankelijk van de context.
  • Hoe gebruik je 'schat' in een zin?
    Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: 'Zij is mijn grootste schat', waarbij je 'schat' als een term van genegenheid gebruikt.
  • Wat is het verschil tussen een schat en een fortuin?
    Een schat verwijst vaak naar verborgen of specifieke waardevolle voorwerpen, terwijl een fortuin betrekking heeft op een groot financieel vermogen of rijkdom in het algemeen.
  • Waar komt het woord 'schat' vandaan?
    Het woord heeft zijn oorsprong in oude Germaanse talen en is verwant aan onder andere het Oudhoogduitse en Oudengelse termen voor 'rijkdom' of 'waarde'.