autobus

Betekenis autobus

Een motorvoertuig dat is ontworpen voor het vervoer van groepen passagiers over de weg, meestal met een vaste route en dienstregeling.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met autobus

We nemen de autobus naar het centrum om te gaan shoppen.

Uitspraak (fonetisch)

ˈɑutobus (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: au-to-bus

Synoniemen

  • bus
  • omnibus
  • lijndienst

Woorden die beginnen of eindigen met "autobus"

  • autobuschauffeur
  • autobussen
  • autobusreis

Etymologie

Afkomstig van het Franse 'autobus', een samentrekking van 'automobile' (voertuig) en 'omnibus' (voor allen), met het Latijnse 'omni' als wortel.

Veelgestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen een autobus en een normale bus?
    In de praktijk wordt er geen verschil gemaakt tussen een autobus en een gewone bus; het zijn synoniemen.
  • Hoeveel passagiers kan een gemiddelde autobus vervoeren?
    Een gemiddelde autobus kan ongeveer 50 tot 60 passagiers vervoeren, afhankelijk van het model en de configuratie.
  • Is het verplicht om een gordel te dragen in een autobus?
    Ja, in veel landen zijn passagiers verplicht om de gordel te dragen als die beschikbaar is in een autobus.
  • Hoe snel kan een autobus gemiddeld rijden?
    Een autobus kan afhankelijk van de wegen en regelen gemiddeld tussen de 80 en 100 km/u rijden.
  • Kan een autobus op alle wegen rijden?
    Autobussen zijn ontworpen voor gebruik op verhard terrein en wegen, maar zijn beperkt tot bepaalde routes en wegen met voldoende draagkracht en hoogte.