hal

Betekenis hal

Een ruimte bij de ingang van een gebouw, meestal een kamer die toegang biedt tot andere kamers.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met hal

Bij binnenkomst in het huis kwam ik eerst in de hal, waar ik mijn jas ophing.

Uitspraak (fonetisch)

hɑl (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: hal (geen afbreking mogelijk)

Synoniemen

  • entree
  • voorkamer
  • lobby

Woorden die beginnen of eindigen met "hal"

  • haldeur
  • halletje
  • voorhal

Etymologie

Afkomstig van het Oudhoogduitse woord 'halla' dat 'grote schuur' of 'overdekte ruimte' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is de functie van een hal?
    Een hal dient vaak als ontvangst- en doorgangsruimte waar bezoekers hun jassen kunnen ophangen en toegang krijgen tot andere vertrekken.
  • Zijn er verschillen tussen een hal en een gang?
    Ja, een hal is meestal een bredere ruimte bij de ingang, terwijl een gang smal kan zijn en voornamelijk dient voor doorgang tussen kamers.
  • Komt het woord 'hal' in andere talen voor?
    Ja, vergelijkbare varianten zoals 'hall' komen voor in het Engels, 'halle' in het Duits, en 'hall' in het Frans.
  • Wat is een portaal in vergelijking met een hal?
    Een portaal is vaak een architectonisch versierde toegangspoort, terwijl een hal een bescheiden ruimte is die toegang biedt tot een gebouw.
  • Kun je decoraties in een hal toepassen?
    Ja, hallen worden vaak gedecoreerd met schilderijen, spiegels of planten om een welkom gevoel te creëren.