jodocus

Betekenis jodocus

Een ongelukkige of lompe persoon, vaak gebruikt als een benaming voor iemand die onhandig is.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met jodocus

Hij liet weer eens al zijn papieren vallen, die jodocus.

Uitspraak (fonetisch)

yo-do-kus (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: jo-do-cus

Synoniemen

  • onhandige
  • kluns
  • sukkel

Woorden die beginnen of eindigen met "jodocus"

  • jodocusje
  • jodocusachtig
  • jodocusachtig

Etymologie

Afkomstig van de naam 'Jodocus', een oude Germaanse naam, die ook wel 'Judocus' werd genoemd. Het woord werd later in het Nederlands gebruikt als karakterisering voor een sullig persoon.

Veelgestelde vragen

  • Waar komt het woord 'jodocus' vandaan?
    Het komt van de oude Germaanse naam 'Jodocus' en werd in het Nederlands gebruikt om een onhandig persoon aan te duiden.
  • Is 'jodocus' een beledigend woord?
    Het kan als speelse belediging worden gebruikt om naar een onhandig persoon te verwijzen, maar is doorgaans niet zwaar beledigend.
  • Wordt het woord 'jodocus' nog vaak gebruikt?
    Het is tegenwoordig minder gebruikelijk en eerder een archaïsch of informeel woord.
  • Welke naam is verwant aan 'jodocus'?
    De naam 'Judocus' is verwant aan 'jodocus'.
  • Zijn er moderne equivalenten van het woord 'jodocus'?
    Moderne equivalenten zijn onder andere woorden als 'kluns' of 'sukkel'.