laagseizoen

Betekenis laagseizoen

De periode in een jaar waarin er minder toeristen zijn en de vraag naar vakantieverblijven en vluchten lager is, vaak resulterend in lagere prijzen.

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met laagseizoen

We besloten onze vakantie tijdens het laagseizoen te boeken om van lagere prijzen te profiteren.

Uitspraak (fonetisch)

laaɣseizoːn (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: laag-sei-zoen

Synoniemen

  • buiten het seizoen
  • dode seizoen
  • rustig seizoen

Woorden die beginnen of eindigen met "laagseizoen"

  • hoogseizoen
  • voorseizoen
  • naseizoen

Etymologie

Het woord 'laagseizoen' combineert 'laag', dat hier 'minder' of 'niet druk' betekent, met 'seizoen', dat afkomstig is van het Latijnse 'sationem', wat 'een tijd voor het zaaien' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen hoogseizoen en laagseizoen?
    In het hoogseizoen is er een grotere vraag naar vakantieverblijven en bestemmingen, wat vaak resulteert in hogere prijzen, terwijl tijdens het laagseizoen de vraag lager is en de prijzen vaak dalen.
  • Wanneer valt het laagseizoen voor vakanties?
    Dit verschilt per bestemming, maar in Europa is het laagseizoen meestal in de herfst en winter maanden, buiten schoolvakanties en feestdagen.
  • Zijn vluchten goedkoper in het laagseizoen?
    Ja, vluchten zijn vaak goedkoper in het laagseizoen vanwege de lagere vraag.
  • Wat zijn voordelen van reizen in het laagseizoen?
    Voordelen zijn lagere prijzen, minder drukte bij toeristische attracties, en een rustiger en authentieker ervaring.
  • Zijn alle bestemmingen goedkoper in het laagseizoen?
    Niet noodzakelijk, sommige bestemmingen hebben een specifieke aantrekkingskracht in bepaalde seizoenen waardoor de prijssetting anders kan zijn.