gelid

Betekenis gelid

een rij mensen of zaken die in een bepaalde volgorde staan opgesteld

Woordsoort

zelfstandig naamwoord

Voorbeeldzin met gelid

De soldaten stonden netjes in gelid opgesteld voor de ceremonie.

Uitspraak (fonetisch)

ɣəˈlɪt (Wat is het fonetisch alfabet?)

Afbreekpatroon: ge-lid

Synoniemen

  • rij
  • orde
  • formatie

Woorden die beginnen of eindigen met "gelid"

  • gelidstreep
  • in gelid
  • zijgelid

Etymologie

Komt van het Middelnederlandse 'gelide', dat 'rang' of 'rij' betekent.

Veelgestelde vragen

  • Wat is het meervoud van 'gelid'?
    Het meervoud van 'gelid' is 'gelidder' of 'gelidderen'.
  • Wordt 'gelid' vaak gebruikt in spreektaal?
    'Gelid' wordt vooral gebruikt in formele en militaire contexten en minder vaak in dagelijkse spreektaal.
  • Wat betekent 'in gelid staan'?
    Het betekent in een rij of formatie staan, vaak gebruikt in militaire contexten.
  • Is 'gelid' gerelateerd aan lichaamsdelen?
    'Gelid' heeft geen directe relatie met 'lid' als in lichaamsdelen, maar de woorden delen wel een etymologische oorsprong in het begrip 'deel' of 'gedeelte'.
  • Hoe wordt 'gelid' in een militaire context gebruikt?
    In een militaire context verwijst 'gelid' naar de opstelling van soldaten in een rij of formatie.